De precieze oorzaak van darmkanker is nog niet bekend. Bij ongeveer 5 – 10% van alle patiënten is erfelijkheid de belangrijkste oorzaak. Er zijn verschillende vormen van erfelijke darmkanker.

Bij niet-erfelijke darmkanker lijken omgevingsfactoren een rol te spelen. Met omgevingsfactoren bedoelen we onder anderen ons voeldingpatroon en leefstijl.

Ons voedsel ik vaak vezel arm en bevat veel vlees en dierlijke vetten, dit lijkt het risico op kanker van de dikke darm te vergroten. In landen die minder ontwikkeld zijn en mensen meet vezels tot zich nemen (granen, fruit, groenten), komt darmkanker veel minder voor. Het is niet helemaal duidelijk hoe vezels in het eten het risico op darmkanker kunnen afnemen. Het zou kunnen dat de voedingsvezels ervoor dat de afvalstoffen minder de tijd krijgen om in de darmen te blijven. Stoffen die dan eventueel schade zouden kunnen aanbrengen in het lichaam worden dan eerder verwijderd.

Er zijn ook nog anderen risicofactoren voor het krijgen van darmkanker. Deze heb ik hieronder netjes op een rijtje gezet

• Leeftijd: de meeste darmkanker treedt op bij een leeftijd van 60 tot 70 jaar.
• Poliepen: de aanwezigheid van poliepen in de dikke darm verhoogt het risico.
• Eerdere darmkanker: iemand die eerder voor darmkanker behandeld is heeft een hoger risico voor het opnieuw ontwikkelen van darmkanker.
• Andere darmziekten: chronische ontstekingen aan de darm.
• Eerdere eierstok-, baarmoeder- of borstkanker: vrouwen met een van deze ziekten lopen een hoger risico.
• Een ongezonde leefstijl

Geschreven door:
Anniek van Schaik