Coping en begeleiding

Coping is de manier waarop iemand met problemen en stress omgaat. Het is een combinatie van verstandelijke en emotionele reacties op het probleem. Er zijn verschillende stijlen van coping. Iemands coping stijl heeft vaak overeenkomsten met zijn/haar persoonlijkheid.

 

De verschillende stijlen zijn;

  • Het probleem actief aanpakken
  • Sociale steun zoeken
  • Vermijden en afwachten
  • Afleiding zoeken
  • Depressief reageren
  • Emoties en boosheid uiteten
  • Geruststellende gedachtes

 

Het probleem actief aanpakken:

Mensen met deze coping stijl pakken het probleem actief aan. Ze gebruiken hierbij vooral hun verstand. Ze delen het probleem in stukjes op en zoeken voor elk stuk een oplossing.

 Sociale steun zoeken:

Mensen met deze coping stijl zoeken troost, een luisterend oor, begrip en steun bij een ander. Zij willen samen met een persoon die hij/zij vertrouwd manieren bedenken om het probleem op te lossen.

 Vermijden en afwachten:

Mensen met deze coping stijl ‘vluchten’ weg van het probleem. Ze pakken het probleem niet aan, maar proberen het te vermijden of te ontkennen. Hij/zij neemt een afwachtende houding aan voor de gevolgen van het probleem.

 Afleiding zoeken:

Mensen met deze coping stijl ‘ vluchten’ vooral emotioneel gezien weg van het probleem. Ze richten zich op andere dingen zodat ze niet aan het probleem hoeven te denken. Wanneer het op deze manier niet lukt gaat men meestal verdovende middelen gebruiken.

 Depressief reageren:

Mensen met deze coping stijl laten zich overvallen door het probleem en zijn niet in staat om het probleem op te lossen. Deze mensen gaan piekeren, aan zichzelf twijfelen, zichzelf de schuld geven en worden depressief.

 Emoties en boosheid uiten:

Mensen met deze coping stijl raken door het probleem gefrustreerd, gespannen en kwaad. Ze reageren deze emoties af op hun omgeving. Agressiviteit en asociaal gedrag kunnen voorkomen.

 Geruststellende gedachten:

Mensen met deze coping stijl denken dat het probleem zichzelf wel oplost. Ook denken ze dat het probleem wel meevalt, anderen hebben het immers nog veel zwaarder.

 

 

Begeleiding bij verschillende coping stijlen: 

Als verpleegkundige ga je met verschillende manieren met een probleem om. Ieder verwerkt dit ook op zijn en of haar eigen manier. De ene verpleegkundige kan ook beter met een probleem omgaan dan met een andere verpleegkundige. Dit word ook wel coping genoemd.

Iedere zorgvrager heeft een eigen coping stijl, de manier waarop een zorgvrager met (slecht) nieuws of met een ziekte omgaat. Als verpleegkundige moet je je hierop aanpassen zodat iedereen gerustgesteld is en op zijn/haar gemak voelt.

 

Het probleem actief aanpakken:
De zorgvrager pakt het probleem actief aan. Dit betekend dat de zorgvrager op internet allerlei informatie gaat zoeken over de ziekte of bijvoorbeeld zo snel mogelijk behandeld wil worden.
Als verpleegkundige help je mensen met deze coping stijl om duidelijk uit te leggen wat de ziekte inhoud en doet met je lichaam. Zo kan de zorgvrager niet verkeerde dingen van het internet afhalen. Ook is het belangrijk om informatie over de behandeling te geven en hoe dit in zijn werk gaat.
Zet met de zorgvrager alles op een rijtje zodat de zorgvrager een overzicht heeft van wat er gaat gebeuren, dit geeft de zorgvrager rust.  

Sociale steun zoeken:
De zorgvrager zoekt sociale steun, iemand om mee te praten over het probleem. Als verpleegkundige is dit erg belangrijk om te doen, jij kan de feiten vertellen en een luisterend oor bieden. Het is belangrijk dat je als verpleegkundige begrip toont voor de situatie en de tijd neemt voor de zorgvrager.
Samen met de zorgvrager oplossingen zoeken voor het probleem is effectief, de zorgvrager kan vragen stellen en weet waar hij/zij aan toe is.

Vermijden en afwachten:
De zorgvrager vermijdt het probleem. Als verpleegkundige kan je met de zorgvrager gaan praten over het probleem, hierdoor gaat de zorgvrager het probleem onder de ogen zien. Het is belangrijk dat je dit op een begripvolle manier doet omdat de zorgvrager met deze coping stijl het vaak niet fijn vind om over zijn/haar probleem te praten.
Begeleid de zorgvrager goed met het proces om het probleem onder ogen te zien, sta voor de zorgvrager klaar en biedt een luisterend oor aan.

Afleiding zoeken:
De zorgvrager zoekt afleiding en probeert niet aan het probleem te denken. Afleiding zoeken is altijd goed maar te veel afleiding is niet goed.
Begeleid de zorgvrager met het probleem, praat hierover en vertel wat er gaat gebeuren. Maar laat deze zorgvrager ook vooral afleiding zoeken. Vaak gebeurd dit in de vorm van leuke dingen doen. Als dit niet zo is grijpt de zorgvrager naar verdovende middelen, observeer de zorgvrager goed en voorkom dit.

Depressief reageren:
De zorgvrager voelt zich depressief door het probleem. De zorgvrager piekert over het probleem en heeft vaak nergens zin in.
Praat veel met de zorgvrager over het probleem en stel hem/haar gerust over het feit dat hij/zij in het ziekenhuis ligt.
Breng de zorgvrager met andere mensen in contact, zo heeft de zorgvrager afleiding.

Emoties en boosheid uiten:
De zorgvrager reageert emotioneel en boos op het probleem. Laat de zorgvrager tot rust komen en praat met de zorgvrager over het probleem. Laat de zorgvrager inzien dat wij hem/haar helpen en er met goede bedoelingen zijn.
Zet alles op een rijtje samen met de zorgvrager, zo krijgt de zorgvrager overzicht en hierdoor kan de boosheid verminderen. Begeleid de zorgvrager goed en probeer zelf niet boos te worden of geïrrteerd tegen de zorgvrager.

Geruststellende gedachtes:
De zorgvrager vindt het probleem wel meevallen en denkt dat het allemaal vanzelf wel goed komt. Begeleid de zorgvrager hier rustig bij, benader de zorgvrager rustig en vertel wat precies het probleem is. Vertel duidelijk wat er gaat gebeuren en vraag dit na aan de zorgvrager totdat de zorgvrager niet meer ontkent dat er een probleem is.
Doe dit voorzichtig omdat de zorgvrager door het probleem onder ogen te zien een andere coping stijl kan gaan aannemen zoals boosheid uiten. Pas dus altijd goed op hoe je dit probleem brengt en uitlegt.

Geschreven door:
Nadia van de Hoef, Suzanne van Zuilen & Marisha Verhoeff