Verpleegplan

 

Wij hebben voor onze patiënt verschillende problemen uit het anamnesegesprek gehaald. Hierover hebben wij een verpleegplannen opgesteld die u hieronder kunt lezen. 

 

Verpleegprobleem 1:
Diagnose:
P: obstipatie.
E: darmkanker.
S: verminderde frequentie deficatie, vol gevoel, drukkend gevoel en misselijkheid.

 

Obstipatie, in relatie tot darmkanker, zich uitend in vermindere frequnetie deficatie, voel gevoel, drukkend gevoel en middelijkheid. 

 

Doel:
Mw. de Vries heeft binnen vier weken tenminste twee tot drie dagen ontlasting.

 

Interventies:
- Leg het belang uit van een uigebalanceerd dieet 
   > Overzicht geven verzelrijke voedingsmiddelen; vers fruit met schil, zetmelen, noten, zaden, volkoren producten, gekookte vruchten en groeten, vruchtensap..
- Stimuleer om dagelijks ten minste twee liter vocht in te drinken. Beperk het drinken van koffie.
- Benadruk het belang van regelmatig bewegen. 
- Geef lactulose volgens voorschift van de arts, één keer per dag. 

 

Evaluatie:
Elke dag wordt met mw. geëvalueerd of er al sprake is geweest van ontlasting. Indien hier geen verbetering in optreedt wordt dat kortgesloten met de arts. 

 

Verpleegprobleem 2:
Diagnose:
P: vermoeid.
E: darmkanker.
S: moe, voedingsstoffen worden minder opgenomen.

 

Vermoeidheid, in relatie tot darmkanker, zich uitend in vermoeidheid en voedingsstoffen worder minder opgenomen.

 

Doel:
Mw. de Vries slaapt binnen twee weken minstens zeven uur per nacht. 
Mw. de Vries neemt binnen twee weken minimaal drie calorie rijke maaltijden per dag. 

 

Interventies:
- Mw. de Vries krijgt een calorie rijk dieet, drie calorie rijke maaltijden per dag.
- Mw. de Vries slaapt in een donkere kamer.
- Mw. de Vries slaapt in een éénpersoonskamer.
- Op voorschrift van arts temazepam om de drie dagen geven, 30 minunten voordat mw. gaat slapen.

 

Evaluatie:
Elke dag wordt er met mw. geëvalueerd of de vermoeidheid is verminderd, dit doormiddel van een schaal van één tot tien. Indien er geen verbetering optreedt wordt er kortgesloten met de arts voor andere maatregelen.

 

Verpleegprobleem 3:
Diagnose:
P: ernstige vermagering.
E: darmkanker.
S: vermoeid, voedingsstoffen worden minder opgenomen, onzekerheid, bleek zien.

 

Ernstige vermagering, in relatie tot darmkanker, zicht uitend in vermoeidheid, voedingsstoffen worden minder opgenomen, onzekerheid en bleek zien.

 

Doel:
Mw. de Vries is binnen vier maanden 15 kilo aangekomen.
Mw. de Vries is binnen vier maanden minder onzeker over haar uiterlijk. 

 

Interventies:
- Mw. krijgt een calorie rijk dieet, drie calorie rijken maaltijden per dag.
- Mw. spreekt drie keer per week met een psycholoog. 
- Mw. krijgt als het nodig is Nurticia drank met extra voedingsstoffen. 

 

Evaluatie:
Elke week wordt er geëvalueerd of mw. verbetering merkt.
De onderzekheid wordt aangegeven op een schaal van 1 tot 10.
Mw. wordt om de week gewogen. Indien geen verbetering wordt er een ander dieet met mw. besproken. 

 

Verpleegprobleem 4:
Diagnose:
P: Loze aandrang tot ontlasting. 
E: darmkanker.
S: drukkend gevoel bij de anus, buikpijn.

 

Loze aandrang van ontlasting, in relatie tot darmkanker, zicht uitend in drukkend gevoel bij de anus en buikpijn.

 

Doel:
Mw. de Vries heeft binne 4 weken geen last van van loze aandrang.

 

Interventies:
- Mw. wordt gestimuleerd om naar het toilet te gaan als zijn aandrang voelt.
- Mw. krijgt een vezelrijk dieet. 

 

Evaluatie:
Elke dag wordt er besproken of mw. last heeft gehad van loze aandrang tot ontlasting. Indien er geen verbetering optreedt, word er over medische maatregelen met de dokter besproken. 

 

Verpleegprobleem 5:
Diagnose:
P: buikkrampen.
E: obstipatie.
S: slecht slapen.

 

Buikkrampen, in relatie tot obstipatie, zich uitend in slecht slapen. 

 

Doel:
Mw. de Vries heeft binnen drie weken geen last van buikkrampen.

 

Interventies:
- Mw. haar obstipatie wordt minder.
  > door vezelrijk dieet.
  > door voldoende drinken, 2L per dag.
- In overleg met de dokter krijgt mw. 1 week slaapmedicatie

Evaluatie:
Elke dag wordt er met mw. geëvalueerd of de buikkrampen minder zijn, dit geeft mw. aan op een schaal van 1 tot 10. 
Elke dag wordt er met mw. besproken of mw. ontlasting heeft gehad. Indien er geen verbetering optreed wordt er overlegt met de arts. 

 

Verpleegprobleem 6:
Diagnose:
P: Buikkrampen
E: Obstipatie
S: Slecht slapen

Buikkrampen, in relatie tot obstipatie, zich uitend in slecht slapen

Doel:
Mw. de Vries heeft binnen drie weken geen last van buikkrampen. 

Interventies:
- Mw. haar obstipatie wordt minder.
  > Vezelrijk dieet.
  > Voldoende drinken, 2 L per dag.
- In overleg met de dokter krijgt mw. 1 week slaapmedicatie. 

 

Evaluatie:
Elke dag wordt er met mw. geëvalueerd of de buikkrampen minder zijn, dit geeft mw. aan op een schaal van 1 tot 10.
Elke dag wordt er met mw. besproken of mw. ontlasting heeft gehad. Indien er geen verterging optreedt wordt er overlegt met de arts. 

 

Verpleegprobleem 7:
Diagnose:
P: onzekerheid.
E: ernstige vermagering in korte tijd.
S: draagt losse kleding, verzorgt zich minder, vermoeidheid.

 

Onzekerheid, in relatie tot ernstige vermagering in korte tijd, zich uitend in dragen van losse kleding, verzorging verminderd en vermoeidheid. 

 

Doel:
Mw. wordt binnen vier maanden zeker over haar uiterlijk en accepteerd dat ze vermagerd is.

 

Interventie:
Mw. heeft gesprekken bij de psycholoog die haar helpen zeker te worden over haar uiterlijk.

 

Evaluatie:
Om de twee weken verteld mw. hoe ze zich voelt. Als na vier maanden nog geen verberering in zit gaat mw. opnieuw onder behandeling bij de psycholoog. 

 

Geschreven door:
Nadia van de Hoef en Anniek van Schaik